Skip to main content

Personen

We hebben een portret van Roelof van Echten, het staat voorop het boek "Van Echten's Morgenland."
Helaas, we weten niet wie dat is. In ieder geval niet Roelof van Echten. Hoe komen we dan op dat verhaal? Lees verder……

Albert Ten Heuvel irriteerde net zolang met vragen naar een portret, dat de Van Holthe tot Echtens hem maar wat hebben gegeven.

Albert ten Heuvel is een van onze bijna vergeten schrijvers. Tal van boeken bevatten gegevens, die direct of indirect aan zijn werk zijn ontleend. Hij publiceerde ooit een artikelenserie over oud Hoogeveen in de Hoogeveensche Courant, en werkte in 1925 aan een boek over de geschiedenis van Hoogeveen. Helaas is dat boek nooit verschenen. Het zou prachtig zijn als voor het boek ook een afbeelding van Roelof van Echten beschikbaar zou zijn. Toentertijd werd deze nog gezien als de stichter van Hoogeveen. Er kwam een portret, maar het bleek achteraf volkomen onjuist te zijn. Het is het portret dat ook nu nog op tal van boeken prijkt, waaronder “Hoogeveen, Van Echtens Morgenland”. Dr. Jacob Wattel, een van de auteurs van dat boek, kwam er achter dat het portret dat doorging voor dat van Roelof van Echten uit een tijdschrift uit 1911 kwam. Er werd in die dagen vermoed dat het ging om een onbekende Rembrandt.

Nu bleek het geen Rembrandt, maar ook geen portret van Roelof van Echten te zijn. We weten niet wie het wel is, die voorop onze boeken prijkt. Hoe kon het gebeuren dat we al die jaren gedacht hebben dat het wel Roelof van Echten was? Hoe kon het gebeuren dat Albert ten Heuvel in 1925 er zo van overtuigd was dat hij een portret van Roelof van Echten had bemachtigd? De overlevering had een goede verklaring. Albert ten Heuvel zou net zo lang bij de Van Holthe tot Echtens gezeurd hebben om een afbeelding van Roelof van Echten, dat ze hem de plaat uit 1911 maar in handen hebben gestopt. En zo ging de ‘irritant drammende’ Albert ten Heuvel de geschiedenis in als de veroorzaker van de falsificatie. Een andere verklaring was dat iemand een practical joke had willen plegen. Albert was daar in gelopen. Zo werd tenminste gezegd. Beide gedachten vonden hun weg op papier en in druk, beide gedachten worden nog doorverteld. We krijgen meer informatie uit de bewaarde briefwisselingen van Albert ten Heuvel. De familie heeft namelijk stukken bewaard uit die dagen en daarin vinden we wat er feitelijk gebeurd is rondom dat portret.

Een afbeelding van Roelof van Echten was natuurlijk prachtig, maar het was niet Albert ten Heuvel die uitgebreid irritant doordramde daarover. Hij blijkt heel goed een ‘nee’ geaccepteerd te hebben. Hij kon namelijk ook geen inzage krijgen in het archief van de Compagnie van de 5000 Morgen. Daar had hij zich ook bij neergelegd. Iedereen deed wat hij kon in die dagen en de mensen die Albert bijstonden lijken daar naar vermogen bijdragen aan te hebben geleverd. Waar grenzen lagen, werden die ook geaccepteerd. Er kwam vanuit een onverwachte hoek zo ineens een aanbod van een portret van Roelof van Echten, zo blijkt uit de brieven!

Het was H. Bonder, medewerker van het Rijksarchief in Assen, die Albert ten Heuvel in een brief van 31 maart 1925 enthousiast vertelde over ‘een origineel schilderij’. Een citaat: “Volgens Jhr. A.W. van Holthe tot Echten alhier bevindt zich bij zijn oom op den huize Echten een origineel schilderij - vrij groot formaat – van Jhr. R. van Echten, waarvan Jhr. A.W. een verkleinde kopie bezit. Mocht u van het origineel geen foto kunnen bekomen, dan mag u van deze kopie een foto nemen.” Albert ten Heuvel las deze brief en schreef de 1e april 1925 onmiddellijk een brief naar G. A. Pet. Hij vertelde wat hij had vernomen, gaf aan dat er foto’s gemaakt mochten worden en vroeg: “Zou u dat misschien willen onderzoeken?” Uit Albert ten Heuvels archief krijgen we dus de indruk dat een zo op het oog vertrouwd adres, Bonder van het Rijksarchief, de boodschap van de Van Holthe tot Echtens zelf doorgaf: we hebben een portret van Roelof. We hebben er zelfs twee. Vervolgens werd G.A. Pet aan het werk gezet om hier een afbeelding van te krijgen, want Albert ten Heuvel woonde te ver weg, en Pet kon het portret voor het boek gebruiken.

Niet Albert ten Heuvel kreeg een onjuiste afbeelding in handen, maar Gerrit Agricola Pet. Van Rijksarchief tot Huize Echten, en van de Hoogeveensche Courant tot Albert ten Heuvel in Loosduinen, geloofde men uiteindelijk met een portret van de stichter van Hoogeveen te maken te hebben…… Maar het was wel op 1 april 1925 dat de brief met de mededeling van Bonder bij Albert ten Heuvel aankwam. Was het een aprilgrap? Maar van wie dan? Bonders brief bevatte - los van de mededeling over het portret - volop serieuze informatie. Was Bonder op het verkeerde been gezet door Jhr. Anne Willem van Holthe tot Echten uit Assen, en speelde diens oom het spel mee door G.A. Pet een vals portret te geven? Of geloofde iedereen toentertijd met een echt portret te maken te hebben? Kan het misschien ook zijn dat een Jhr. Anne Willem van Holthe tot Echten, die ook zelf in 1925 met een boek bezig was, en zag dat het draagvlak voor dat boek door Albert ten Heuvels werk langzamerhand wegglipte, Albert op 1 april terug wilde pakken? Duidelijk is in ieder geval dat niet het aandringen van Albert ten Heuvel tot een vals portret leidde, maar de mededeling van de Jhr. Anne Willem Van Holthe tot Echten aan een medewerker van het Rijksarchief in Drenthe, die daarna een verkeerde afbeelding doorspeelde aan Pet.