Oudste huisje
Achter het Olde Schippershuus is een pleintje met het oudste huis van Hoogeveen.
Wie op de westkant langs het ‘Olde Schippershuus’ loopt, komt uit op een pittoresk pleintje, met op de westkant daarvan een stenen woning, niet groter dan één kamer van 5,5 meter breed, en een uitstraling, waardoor mensen al snel aan heel oud pandje denken. Kunstschilder Leo van Dam had er ooit zijn atelier. Het pandje lijkt weggelopen uit een prent van Anton Pieck. Wat wil je ook, luiken voor de ramen, een familiewapen op de luiken geschilderd, jaartallen 1660-1760 erbij? Het prikkelt de fantasie. Boven de kamer zit een zolder. Helemaal bovenin de nok van het pandje werd een jaartal gevonden, zo wordt verteld.
Daaruit bleek dat het pandje wel van rond 1630 moest zijn. Inmiddels is dit pandje bekeken en zijn de gegevens vergeleken met bouwgegevens van alle woningen en schuren in deze hoek van Hoogeveen uit 1758 (O.S.A. 858). Als het pandje namelijk echt het oudste of één van de oudste huisjes van Hoogeveen zou zijn, en het was al gebouwd in de jaren 1630-1640, dan zou het logisch zijn dat het pandje te vinden was in het register van 1758. Als het pandje dat er nu staat niet te vinden is in dit register, kan het nooit uit de periode 1630-1640 zijn. De 10e maart 2006 werd aan twee vrijwilligers van het Museum de 5000 Morgen een blik achter de schermen gegund. Hun bevindingen:
“Het metselwerk van de zichtbare gevel doet 20e-eeuws aan, al kan er oude steen in verwerkt zijn. Het pandje heeft dragende muren, met daarop de balken voor de ruime zolder. In het pandje zijn geen gebinten te vinden. De balken lijken stuk voor stuk 19e- of 20e-eeuws. De ene balk met het jaartal is niet meer te zien. Die zit helemaal bovenin de nok. Voor de zekerheid werden nog wat maten opgenomen, maar dit blijkt achteraf voor dit onderzoek niet van belang te zijn. Zeker is, dat dit pandje, als het er al gestaan heeft in 1758, beschreven zou zijn in aantallen ‘bemuurde vakken’. Bij ‘bemuurde vakken’ mat men ruimten op met lengten van ongeveer 2,4 meter, oftewel 8 voeten van 29,45 centimeter per vak.
Het ging dan steevast om bouwwerken met zelfdragende muren. In het register van 1758 staat achter de woningen op deze hoek van Hoogeveen niet één bouwwerkje, dat beschreven wordt in termen van ‘bemuurde vakken’. Het zou kunnen zijn dat de woning apart was beschreven, gewoon in de rij woningen, zonder dat zo duidelijk was dat hij wat achteruit stond. Maar we vinden hier – ook in de algemene opsomming van woningen – geen woning vermeld in termen van ‘bemuurde vakken’, die zo klein was, dat het dit pandje zou kunnen zijn. We vinden in 1758 achter de woningen wel schuren, maar dan beschreven in termen van gebindten. In de oude bouwstijl werd een stelsel van dragende balken opgesteld, waartussen dan vakwerk van riet en leem of planken werden aangebracht, om de muren dicht te krijgen. In het betreffende pandje werden geen dragende gebinten aangetroffen.
Zou het dan kunnen zijn dat er ooit een schuurtje heeft gestaan, waar later stenen muren omheen werden gezet, waarbij het oude dak bewaard is gebleven? We weten achter welk pand het woninkje staat. Achter dat pand stond in 1758 een schuur met 3 gebinten en een breedte van 16 voet, in totaal 4,7 meter. De muur die nu op de breedte van de mogelijke gebinten staat, meet 5,5 meter. Dat is 80 centimeter breder dan de breedte van het schuurtje dat hier ooit heeft gestaan. De conclusie moet dus zijn dat het pandje dat er nu staat op geen enkele manier overeenkomt met de schuur die hier gestaan heeft in 1758. Het oude pandje is dus van na die datum, en gelet op de gebruikte materialen, 19e- en/of 20e-eeuws.
Dia genomen vanaf Hoofdstraat 252. Het linker pand is Schutstraat. Het raam middenin is van Schutstraat 6 en het pakhuis stond op het pleintje. Ooit heeft Leo van Dam hier zijn atelier gehad. Hij heeft er ook een mooie tekening van gemaakt.
Er kan best een nokbalk zijn met een jaartal van rond 1630. Die is nu niet te zien. Maar ook als hij er wel is, dan is het nog maar de vraag waar dit jaartal op slaat. Of dat die balk misschien niet eerder is gebruikt in een andere schuur, of in de nok van een oude woning. Een balk van hoge ouderdom zegt echter niets van de ouderdom van het pand zelf. Zeker is dat het pandje aan het pleintje achter het ‘Olde Schippershuus’ een prachtig stukje Hoogeveen in zich draagt, maar dat het niet bij de oudste panden van deze plaats hoort. Weer een mythe ontzenuwd”.
©Albert Metselaar