Home / Overigen / Mythen / Hoogeveen / Armoede

Armoede

Het was allemaal armoe in de velden.

Met ‘de velden’ bedoelde men de buitengebieden van het dorp Hoogeveen. Rondom het Noordse Opgaande, het Krakeel, het Hollandscheveldse en het Alteveeerse Opgaande groeiden in de 18e eeuw de bevolkingskernen, waaruit later dorpen zijn ontstaan. Onderzoek heeft uitgewezen dat in de velden voornamelijk schippers en arbeiders met een klein boerderijtje woonden. De schippers hadden hun eigen pramen, de arbeiders hadden een beetje land, een of twee koeien en ze woonden stuk voor stuk in huizen die voor die tijd gewoon waren. Er waren uitschieters naar twee kanten. Er woonden namelijk ook verveners in de velden, mede-participanten in de diverse compagniëen. De grootste veeneigenaar uit de 18e eeuw uit de velden was Albert Jacobs Koster, die meer bezat dan wie dan ook in zijn dagen. En er waren uitschieters naar beneden. Er waren arbeiders zonder land, maar dat betekende nog niet direct armoede, als we dat zien in het beeld van die tijd. Een deel van de mensen leefde echt in armoe. In het 18e-eeuwse Hollandscheveld woonde echter nooit meer dan 10% van de bevolking in hutten, en dan ook nog alleen tijdens de grootste economische crisis. Een enkele keer kreeg men ook ondersteuning van de diaconie. Voor de 19e en het begin van de 20e eeuw zijn soortgelijke verhalen te vertellen. De schippers verdwenen langzamerhand. Daarvoor kwamen ambachtslieden en middenstanders in de plaats.

Er waren altijd wel mensen met diepe armoe, maar dat was altijd een minderheid. Een kleine minderheid. Waarom we dan toch denken dat er zoveel armoe was? Toen de schoolvereniging Het Mosterdzaad een Christelijke school in het huidige Elim wilde bouwen, werden de meest armoedige hutten op de foto gezet. Deze foto’s zijn volop verspreid, en die vind je nu op alle ansichtkaartenbeurzen.

Maar het gaat dus om een bewust opgeroepen armoedebeeld, opdat mensen gingen geven voor een school. Een bedeltechniek, die zeer goed is geslaagd, al zitten we nu nog met de naweeën ten aanzien van de beeldvorming. Maar uw familieleden vertelden ook over armoe? Jazeker, die was er wel. Maar nooit meer dan bij een minderheid, zoals al gezegd is. En daarbij komt ook nog eens dat we die armoe moeten relativeren in het beeld van die tijd. De mensen op het veen hadden het beter dan de arbeiders in de 19e-eeuwse industrie. En de armoe die er was, die zat net zo goed in de kom, in de Huizen als in de velden. Denk maar eens aan al die armoedige eenkamerwoninkjes in de steegjes aan de Hoofdstraat.

©Albert Metselaar

x