Kerkverhalen
De eerste kerk van Hoogeveen had geen toren.
Die had hij niet, omdat de grond in Hoogeveen zo zacht was, dat een toren zou verzakken. En daarom heeft Hoogeveen een trommelslager gekregen, want als je geen toren hebt, kun je ook geen klokken ophangen. Nou, die eerste kerk had wel degelijk een toren. Het was een kruiskerk, een kerk met een grondplan in de vorm van een kruis met armen van gelijke lengte. Op oude kaarten vinden we kleine afbeeldingen van deze kerk, met een toren. En in de archieven van de Compagnie van de 5000 Morgen wordt er ook gesproken over die toren. Die toren was goed genoeg om klokken in op te hangen.
Dat deed men niet, omdat klokken gewoon te duur waren. En toen die klokken zelfs konden worden geschonken, wees men dit af. Klokken waren geen noodzaak, want men had toch een trommelslager? Kortom, de toren was er, maar vanaf wanneer, dat is niet bekend. Men begon met de bouw in 1652, maar het duurde jaren voor de kerk af was. De toren verdween pas bij de verbouwing in 1801. Wie een beeld wil hebben van de eerste Hoogeveense kerk, moet eens wandelen door oud-Coevorden. De oude kerk van Coevorden lijkt sterk op de eerste kerk van Hoogeveen.
De trommelslager trommelde op de kerkentrommel.
“Kerkhistorisch gezien is er deze week in Hoogeveen een belangrijke mijlpaal gepasseerd. De beide grootste kerkbladen, Kerkespraak (gereformeerd) en Hervormd Hoogeveen (hervormd) zijn na een jarenlange aanloop samengegaan. Deze week verscheen het eerste nummer van de gefuseerde kerkbode onder de naam Kerkentrommel. Een naam die verwijst naar het oude en in Hoogeveen traditionele gebruik van kerkgang met de trommelslager. Een originele eeuwenoude ‘kerkentrommel’ is te bewonderen achterin de Grote Kerk.” Zo lazen we op vrijdag 14 april 2006 in de Hoogeveensche Courant. Een artikel, waarin de geschiedenis van de voorlopers van de Kerkentrommel op een rijtje werd gezet, en waarin de naam van het nieuwe blad werd verklaard. Hoogeveen was weer een mythe rijker: de trommelslager trommelde op de kerkentrommel.
Trommelslager Albert Metselaar.
De redacteur van het kerkblad gaf desgevraagd uitleg over de herkomst van de naam. Deze was gevonden in de ‘Clapper des Calkoens’, van Albert Steenbergen (zie bijlage b in het boek). De naam ‘Kerkentrommel’ was buiten dit gefingeerde dagboek nog in geen enkel ander document aangetroffen. De redactie van de ‘Kerkentrommel’ ging er echter van uit, dat Albert Steenbergen gebruik had gemaakt van een oud woord, dat hij gehoord had van de Hoogeveense bevolking. Nu is het probleem met Albert Steenbergen, dat hij wel meer woorden gebruikte, die niet in de historische documenten zijn aangetroffen. Het begrip ‘Nevelhekse’ is in Duitsland als ‘Nebelhexe’ wel bekend, maar niet in Nederland. Albert Steenbergen introduceerde dit woord en een complete novelle er omheen voor een specifiek figuur uit zijn literaire belevingswereld.
Zolang er geen enkel historisch document is aangetroffen waarin sprake is van een ‘kerkentrommel’ moeten we ervan uitgaan dat dit woord ook literair taalgebruik is van Albert Steenbergen. De trommelslager trommelde op zijn trommel. Niet op de kerkentrommel. Het blad kan gerust zo genoemd worden. Maar met de geschiedenis van de trommelslager heeft het voorlopig nog niets te maken. Het heeft er alles van dat nu precies gebeurt wat Albert Steenbergen ook al deed: een nieuw woord. Het wordt teruggeplaatst in de tijd, en krijgt zo een suggestieve geschiedenis. Wie het woord toch nog ergens aantreft, buiten een citaat van Albert Steenbergen om, kan contact opnemen.