Home / Overigen / Mythen / Hoogeveen / Trommelslager

Trommelslager

De trommelslager hoort bij heel Hoogeveen.

In 1759 was de onvrede over de route van de trommelslager groeiende. De bevolking van het Hoogeveen breidde zich uit, en woonde steeds verder van de kerk af. Voorafgaand aan de gebruikelijke volksvergadering van de 2de februari bij de Hollandsche Brug werd aangekondigd dat deze route onderwerp van gesprek zou zijn. Deze route zou uitgebreid moeten worden. Als reactie daarop schreef scheepstimmerman Koert Alberts Winkel uit het Haagje een brief, waarin hij pleitte voor uitbreiding van de route in het Hollandsche Veld, zoals het Haagje toen ook nog heette. Hij schreef:

“Terwijl de scholte en volmachten de gemeente verzocht hebben om bij elkander te komen om te spreken over de trommelslager, zo wordt de scholte en de volmachten verzocht om in te geven aan de gemeente van het Hoogeveen deze onze klacht: wij ingezetenen van het Hollandsche Veld klagen over de trommelslager dat hij niet ver genoeg des zondags met de trom slaat om die verderaf woont te horen. Zover menen wij reden te hebben om te klagen, omdat de trommelslager nauwelijks de trom slaat tot aan de zogenaamde Tweede Wieke en wij eisen het recht te hebben dat de trom zover naar het Hollandsche Veld wordt ingeslagen als naar de Zuidwoldinger slaat of anderweegs, of wij zullen nu tevreden zijn als die trom wordt geslagen in het Hollandsche Veld aan de zuidkant van het opgaande tegenover de zogenaamde Vijfde Wieke, en vermenen hier genoeg temeer reden toe te hebben omdat het Hollandsche Veld verst en met de meeste inwoners is gekleed. Zo deze onze klacht niet wordt gehoord zo protesteren wij tegen het anders stellen van de tamboer. Dit ingegeven uit veler namen van het Hollandsche Veld. Hoogeveen de 2de februari 1759. Koert Alberts Winkel.”

De tamboer kwam in Het Haagje niet verder dan de Tweede Wijk, waar later de Gereformeerde school stond, terwijl de bevolking in 1759 al opgeschoven was tot achter Het Hoekje! De klacht werd meegenomen in de beraadslagingen. De uitkomst was dat de route nu wel werd uitgebreid, maar toch beperkt bleef in een wandeling in de directe omgeving van de huidige Hoofdstraat. De trommelslager kwam ook verder het Hollandsche Veld in, zoals we hiervoor lezen het dichtst bevolkte buitengebied van Hoogeveen in die dagen, maar bleef in het Haagje. Daarmee was zijn route nog veel te kort om van nut te kunnen zijn voor de mensen die verderop in de velden woonden. Er zat echter niet meer in.

Daar is ook nooit iets aan veranderd. De trommelslager kwam nooit in de Wolfsbos, het Krakeel, verderop op Noord, Noordscheschut, Alteveer in de velden ten westen van de huidige Hoofdstraat, op het eind van de Schutstraat, en zeker niet in De Weide. De historische trommelslager had enkel een functie voor de bevolking rondom de huidige Hoofdstraat. Als we hem nu wel laten lopen in de gebieden waar hij toen nooit kwam, heeft dat dus niets te maken met oud-Hoogeveen of een oud-Hoogeveense traditie. Het is een soort culturele kolonisatie: gewoonten van de een, worden opgeschoven naar het gebied van de ander, om een stempel ergens op te zetten. Daar kan een mens ook voor kiezen natuurlijk. 

©Albert Metselaar