PTT Post in Hoogeveen
Lezing Jan Pol ‘Hoogeveen en de PTT post 1850-2017’, 26 september 2018 in de Meteoor
Het postkantoor aan de van Echtenstraat (zestiger jaren van de vorige eeuw)
Op woensdag, 26 september 2018, hield Jan Pol een interessante lezing over de geschiedenis van de post in Hoogeveen. Hij deed dit aan de hand van foto’s, films en tekstfragmenten. Een kleine dertig luisteraars waren aanwezig bij de presentatie, waarmee ik een krant zou kunnen vullen. Was vroeger inderdaad alles beter en het werk van de postbezorger van toen een luizenbaan?
De lezing had een persoonlijk tintje. De vader van Jan Pol – ook Jan Pol geheten- was jarenlang postbode in Hoogeveen geweest. Hijzelf had als kleine jongen meegelopen met zijn vader en hij had zich ook eens verkleed als postbode. Voor de duidelijkheid: streekhistoricus Jan Pol houdt lezingen over meerdere onderwerpen en hield ook deze lezing op persoonlijke titel, dus niet namens de Historische Kring Hoogeveen. Onder de toehoorders bevonden
zich ook een aantal (voormalige) postmedewerkers, die herinneringen ophaalden tijdens de presentatie. Het is prettig als de gasten actief meedoen. Enige gevoelens van nostalgie, gezien in het licht van de ontwikkelingen van nu, waren enkelen niet vreemd Sommige oudere luisteraars kenden en herkenden bepaalde PTT postbodes zelfs nog persoonlijk. Jan Pol belichtte de post in onze stad aan de hand van diverse thema’s. Na een korte algemene voorgeschiedenis over de post. In de Franse tijd, in 1799, kwam de post in handen van de staat en was niet langer voorbehouden aan de elite. Het staatsmonopolie op de post bleef van kracht tot 1989.
Rond 1850 werd de post in Hoogeveen nog met de beurtschipper, of per koets, of te voet bezorgd. Het spoor betekende een belangrijke stimulans voor het postwezen in Hoogeveen. In 1865 kreeg Hoogeveen zijn eerste eigen postkantoor, dat zich in de loop der jaren onder meer vestigde in de Schutstraat, Het Haagje, de Grote Kerkstraat (dat ook bezocht werd door Vincent van Gogh, die in 1883 in Hoogeveen verbleef), de Hoofdstraat en de Van Echtenstraat.
De trein, de vrachtwagen en de stoomtram namen begin 20e eeuw veel van het postvervoer over.
De postkantoren boden een breed assortiment aan diensten, ook bankzaken. De hulpkantoren vestigden zich in de omgeving van Hoogeveen, waaronder in Hollandscheveld, waar Piet Kleine werkte. Hij was schaatskampioen, maar wilde bij de post blijven werken. De foto’s laten zien dat de PTT postbodes zich sterk verbonden voelden met het bedrijf en met Hoogeveen. Zo was de personeelsvereniging erg actief en organiseerde o.m. toneelvoorstellingen. Postmedewerkers deden mee aan grote evenementen in Hoogeveen, zoals de Crerarmars.
De overheid gaf de postbode een vaste aanstelling, een fatsoenlijk salaris, etiquette en een net pak. In de zomer droegen de postbodes een licht pak, daarbuiten een zwart pak. Directeuren en leidinggevenden woonden in het hoofd- of hulppostkantoor van het Rijk. Soms ging het beroep over van vader op zoon. Vele jubilarissen, die 40 jaar bij de post hadden gewerkt (zoals Jaap Berends), konden afzwaaien en van hun welverdiende pensioen genieten. Het werk gaf voldoening, maar was zwaar door het motto dat de post altijd bezorgd moest worden. Met de bakfiets van Hoogeveen naar Beilen en terug, lange werkdagen, vrieskou doorstaan, lopen en fietsen op modderige wegen en glibberige vonders en soms wegzakken in het ijs van wijken. Tegenover dit zware werk stonden de contacten met de inwoners van toen en de waardering voor hun werk. De vertrouwensband vertaalde zich ook in het feit dat sommigen meeliftten met de postkar en verkleumde postbodes kregen soms een drankje aangereikt.
Lang bleef de post een typische mannenwereld, uitgezonderd het kantoorpersoneel. In 1981 trad echter de eerste vrouwelijke postbode in Hoogeveen in dienst: Jacqueline van der Hoeven. De privatisering van de postmarkt in 1989 betekende een grote ommekeer voor de man en vrouw op de werkvloer. De belangen van aandeelhouders en dividenduitkeringen gingen zwaar wegen, evenals die van bestuurders die aan het roer stonden. Wildgroei trad op en ook andere postbedrijven schoten als paddenstoelen uit de grond. Gemor en reorganisaties volgden elkaar snel op en er ontstond veel onzekerheid over baan en inkomen van de postbezorger. Bedrijfsnamen volgden elkaar snel op (PTT Post, TGP Post, TNT Post, PostNL), hetgeen zich vertaalde in de kleur van de brievenbussen (rood naar grijs en oranje). Toch bleven (sommige) postbodes monter, getuige de film van de fluitende postbode Algret Smit.
De uitbreidingsactiviteiten van vroeger, maken plaats voor inkrimping nu. Anno 2018 is het dan ook onzeker of het sorteercentrum aan de Voltastraat in 2019 nog open is. Dat lijkt voor de postbode van nu weinig motiverend. Het werk van de postbode van vroeger was wel zwaar werk, maar zijn werk werd toen wel veel beter beloond. Men kon toen echt iets opbouwen met een eigen (huur) huis en een gezin. Het Rijk bood een vaste baan en inkomen, de commerciële markt niet. Ook de sterkere binding tussen het postbedrijf met haar medewerkers en met de inwoners van, en met de stad Hoogeveen zelf bood voldoening.
Ronald Wilfred Jansen, Hoogeveen