Canadezen
De gemeente Hoogeveen is bevrijd door de Canadezen.
Ja, dat moet wel zo zijn, want de Canadese vlag wapperde op bevrijdingsdagen op het gemeentehuis en God zelf werd er als getuige bij gehaald. In tal van dankdiensten rondom bevrijdingsdag werd Hem dank toegezegd voor het zenden van de Canadese soldaten. Wie we er ook bijhalen, een beetje teveel eer is het wel. De oude gemeente Hoogeveen is namelijk voor het overgrote deel bevrijd door de Belgen. Door de wie? DOOR DE BELGEN! En dat is geen mop. Ze kwamen ook niet op 1 april, maar op 10 en 11 april. 1945, wel te verstaan. Het waren Belgische para’s die in Engeland waren opgeleid voor de SAS, de Special Air Service. Goed getrainde specialisten. Verkenners, kwartiermakers, mensen die met gevaar voor eigen leven voor de hoofdtroepen uitreden en de vijand opzochten in zijn eigen hol.
Vanuit hun post in het bevrijde Coevorden kwamen deze Belgische troepen op 10 april Elim, Nieuwlande, Nieuweroord, Hollandscheveld, Nieuw Moscou, en een stuk van het oude Krakeel bevrijden. Omdat het al avond werd, en men niet wist wat men verwachten kon, werd Hoogeveen die dag nog niet benaderd en uitgekamd, zo vertelde een van die para’s. Dat gaf de laatste Duitsers nog net mooi de kans om te maken dat ze weg kwamen en het kostte achteraf bezien de Belgen minder doden. Toen ze de 11e april namelijk terugkwamen, was Hoogeveen een open plaats, met slechts nog hier en daar wat schermutselingen in de omgeving. De Belgen bevrijdden de Wolfsbos, de rest van het Krakeel, Noordscheschut en Hoogeveen tot aan de oostkant van de Hoofdstraat. De westkant van de Hoofdstraat is wel door de Canadezen bevrijd. Dat waren ook verkenners, de Manitoba Dragoons. Die bevrijdden ook alles wat ten westen daarvan lag, en het gebied ten noorden van de plaats. Dat de Canadezen alleen de eer kregen komt doordat de verkenners al weer snel weg waren. Vanuit het zuiden stroomde Hoogeveen vol met Canadezen. En die bleven hangen in de herinneringen. Dus niet de bevrijders zelf, niet de Belgische SAS-eenheid, net zo min als de Mantiba Dragons.
©Albert Metselaar