Skip to main content

Vrouwen

Vrouwen werden achtergesteld bij mannen.

Er was inderdaad verschil tussen mannen en vrouwen, en niet alleen door de biologische factoren. Er was ook verschil in rollen, rolverwachting, kansen, maar het lag niet zo zwart-wit als men wil doen geloven. Sterker nog: er waren voor sommige vrouwen kansen, waar mannen nog niet van droomden. Hoe kan dat nu weer? Gewoon omdat de voorstelling dat vrouwen werden achtergesteld bij mannen veel te simpel is. Wat er wel aan de hand was, kunnen we het best vergelijken met een zigzagpatroon, van boven naar beneden.
De bovenste laag van de samenleving van het oude Hoogeveen werd bepaald door de hoofdparticipanten. Dat waren de grootgrondbezitters met meer dan 100-morgen ondergrond en veen. Onder hen zat een brede laag van middenstanders en schippers. De oude voorstelling dat de dominee en de dokter bovenaan stonden, is voor Hoogeveen slechts ten dele waar. De kerk was namelijk van de Compagnie van de 5000 Morgen, die beheerd werd door de hoofdparticipanten. De dominee was dus in dienst van de grootgrondbezitters en moest naar hun pijpen dansen. Hoe dan ook, de man uit de bovenlaag, keek neer op de man uit de middenstanders. Maar: de vrouw van de bovenlaag had haar man misschien wel te volgen, maar stond weer hoger in aanzien dan de man in de middengroep. Een man uit de middengroep van middenstanders en schippers moest oppassen, hoe hij omging met de vrouw van de bovenlaag, want die stond boven hem.
Onder de middengroep stond een brede groep arbeiders. Binnen die arbeiders was er nog weer standsverschil. Een arbeider met een boerderijtje, vee en land, had een hogere status dan een arbeider met alleen maar een meierwoning, zonder vee en land. Iedere keer weer gold dat de vrouw misschien volgend was aan haar eigen man, maar dat de man weer op moest zien naar zowel de man als de vrouw uit de klasse boven hem. De pikorde ging nog verder, liep ook nog over regionale schijven. Wie in Hoogeveen woonde, was meer waard dan wie in Hollandscheveld woonde, dacht men. Wie in Hollandscheveld woonde, was meer waard dan wie in Elim woonde, dacht men. En wie op de wijken woonde, stond helemaal onderaan de pikorde. Mannen stonden boven vrouwen, maar ook de mannen moesten altijd weer opkijken tegen de vrouwen uit de groep die hoger stond in de pikorde, om geen gedoe te krijgen met de mannen.
Dit beeld is misschien wel wat zwart-wit gesteld, net als de mythe, maar schetst in ieder geval iets van de verhoudingen in het oude Hoogeveen. Dit beeld maakt ook duidelijk dat emancipatie nooit iets kan zijn van vrouwen alleen, als het doel is dat we als mensen op voet van gelijkwaardigheid met elkaar om zouden willen gaan. Emancipatie geldt voor alle groepen die lager staan in de maatschappelijke pikorde. En dat maakt de geschiedenis ook heel erg duidelijk. Aletta Jacobs, ze woonde zelfs nog een tijdje in Hollandscheveld, was dan wel de eerste vrouw die studeerde, maar ze kon dat alleen omdat ze uit een klasse kwam die hoger stond in de pikorde. Ze had daarmee meer kansen dan mannen uit de lagere klassen. Op het oude Hoogeveen ging dat net zo. In de 20e eeuw kregen al heel wat vrouwen uit de hogere groepen meer onderwijs en ontwikkelingsmogelijkheden dan de mannen uit de lagere groepen.
Het was 100 jaar geleden mogelijk dat vrouwen de gezondheidszorg in gingen, dat ze gingen evangeliseren, de zending in gingen, een sociale rol gingen spelen in eigen land. Het was toen volstrekt ondenkbaar dat een kind van een van de wijken verpleegkundige werd, of zelfs op zondag ging preken in de officiële gevestigde kerken. Hoezo: vrouwen werden achtergesteld?
© Albert Metselaar